De jaarlijkse sterfte ligt vanaf 2020 zo'n 10% hoger dan in de jaren daarvoor (20.000 mensen).
Dat blijkt uit de jaartotalen in de afbeelding 2, maar meer in detail door het verloop door het jaar heen van de cumulatieve sterfte. Om de verschillen tussen de jaren wat beter zichtbaar te maken, is de meersterfte ten opzichte van 2500/week, donkergrijs weergegeven in de kleine inzetgrafiek, in de grote grafiek uitvergroot.
Over de oorzaken van de hoge sterfte had al lang duidelijkheid kunnen zijn, indien bijvoorbeeld door farmacovigilantie (het gebruikelijke monitoren van de gebruikers van een medicijn) data waren verzameld. Dat element ontbreekt en ook de huidige Lareb-route biedt geen soelaas. We zetten hier nog even de correlaties op een rij door de grafiek uit een eerder artikel medio 2022 in herinnering te brengen (Figuur 3).
In figuur 3 is goed zichtbaar hoe in bepaalde leeftijdsgroepen de correlatie bestaat tussen prikcampagnes en sterfte in de betreffende leeftijdsgroepen. Overigens vergeten een aantal analisten nogal eens de vroege inentingscampagne juist voor de immuungecompromitteerden, maar dat is ook begrijpelijk vanwege de wijze van presenteren en verstrekken van de gegevens bij het RIVM en het CBS.
Inmiddels is er nog een extra prikcampagne geweest waarin de puls in sterfte en de synchroniciteit zelfs in de totale sterfte te zien was. De twee grafieken in Figuur 4 en 5. geven deze twee correlaties weer. Die van Figuur 4 correspondeert met de rechter (nummer 4) puls in Figuur 3.
Ofschoon zowel uitgestelde zorg, economische en psycho-sociale lockdown effecten en zelfs verkeerd uitvallende medische behandelingen allemaal bij kunnen dragen aan de structureel toegenomen sterfte, zijn er drie redenen waarom dit verband al met al de allereerste onderzoekshypothese zou moeten zijn.
ZonNW is een overheidsorganisatie die gelden verdeelt over medisch onderzoek. Pas na de motie Omtzigt definieerde zij 'drie onderzoekslijnen' waarbij pas in de loop van 2023 enkele voorstellen zijn goedgekeurd waarbij iets van een mogelijk vaccinatieverband wordt betrokken. Onder de toegekende projecten zijn die van onderzoekers die in de vaccinatietijd het middel nadrukkelijk hebben aangeprezen, zelfs voor kinderen.
Opmerkelijk is dat een expliciete voorwaarde voor al het onderzoekswerk dat voor ZonMW financiering in aanmerking kwam, was dat het slechts gebruik zou maken van "bestaande primaire data" en dus niet gebaseerd mocht worden op het verkijgen van nieuwe gegevens, hetgeen eigenlijk juist als noodzakelijk gezien kan worden; vanwege de onbetrouwbaarheid van doodsoorzaken en het ontbreken van gegevens om goede matching uit te voeren tussen gevaccineerde en ongevaccineerde populaties.
In juni 2022 publiceerde het CBS een rapport als gevolg van de "motie Omtzigt".
Daarin is vooral hoofdstuk 6 van belang. Methodologisch maken de uitgangspunten het resultaat op voorhand eigenlijk onbruikbaar voor goede conclusies. Bezwaren zijn ondermeer:
In Figuur 6 van het CBS gepubliceerd in april 2023 is te zien dat er veel coronadoden worden toegeschreven aan de tweede golf en de derde golf. Deze voorstelling is afhankelijk van informatie over doodsoorzaken. Het eerste BMRK Wob-verzoek ging hierover en werd afgewezen. Vervolgverzoeken en schriftelijke kamervragen pogen belangrijke informatie boven water te halen over de nauwkeurigheid waarmee die doodsoorzaken worden geclassificeerd. Vast staat dat de CBS-cijfers in de periode rond de 3e golf twee tot zes keer zo hoog waren als de RIVM-cijfers.
De inmiddels structurele verschillen in sterfte liggen in de orde van 10 tot 15%. Het al of niet verklaren van de hoge sterfte met bepaalde doodsoorzaken als Covid19 hangt af van de nauwkeurigheid waarmee zo'n 'diagnose' kan worden gemaakt vanuit de informatie van het doodsoorzakenformulier. Een afwijking – door bias in de interpretatie – van 10 of 20% is niet ondenkbaar.
Zoals gesteld werd een Woo-verzoek naar de doodsoorzaakformulieren afgewezen. Het CBS beriep zich daarbij op de Wet CBS die zou verhinderen dergelijke informatie te openbaren.
Schriftelijke Kamervragen (Van Haga) hoe de doodsoorzaakbepaling bij het CBS plaatsvindt werden niet zeer specifiek beantwoord, anders dan dat gekozen zou zijn om het handmatig "te controleren" en ook wekte het antwoord de indruk dat de invullende arts de doodsoorzaak als zodanig zou bepalen, terwijl dit zeer beslist niet het geval is. Op 10 mei komt het onderwerp weer aan bod bij een kamerdebat via Van Haga (vier minuten spreektijd).
Internationaal worden doodsoorzaken op een gestandaardiseerde wijze bepaald opdat die ook goed vergelijkbaar zijn. Daarvoor wordt software ingezet als hulpmiddel: de Iris software. Voor het Nederlands taalgebied is daarvoor een bij het CBS aanwezige vertaaltabel ontwikkeld, de zogeheten dictionary table. De BMRK heeft in een Woo-verzoek hierom gevraagd, maar het CBS wees deze zonder opgaaf van reden af.
Daarop dienden wij op begin maart 2023 bezwaar in. De bezwaarprocedure loopt, terwijl er parallel gepoogd wordt om een ambtelijke hoorzitting te laten plaatsvinden (begin mei). [update 18-7-23: na de hoorzitting en (onder protest) indienen van een nieuw verzoek, de gevraagde informatie toch verkregen. Een nieuw verzoek naar de door CBS gehanteerde methodiek en uitkomsten is in voorbereiding]
Het belang van de doodsoorzaakbepaling is duidelijk groot. Dit rechtvaardigt – naast het aanhoudend afdwingen van transparantie – een nader onderzoek over de prestatie van de Iris software. Het is immers nog onduidelijk in hoeverre deze wel of niet is gebruikt. En daarnaast moet duidelijk worden welke methode er gebruikt is voor het classificeren als Covid19 dode.
De noodzakelijkheid van het kunnen uitsluiten van vaccinatiecampagne als oorzaak van een toegenomen kans op sterfte noopt tot een nieuw initiatief. Samen met de nauwkeurigheid van de bepaling van doodsoorzaken en de causale mechanismen zijn er aldus drie projecten in de onderzoeksportfolio van de BMRK